Op 10 juli 2014 bezochten de leden de vele bloeiende akkerranden bij Jurtko Boerma en Joke Hellenberg-Boerma in Rottum. Het ging tijdens die bijeenkomst vooral om de bijen en deze waren op deze hete zomerdag dan ook volop te zien. Onder de oude appelboom gaf Joke een uitleg over de vele soorten randen die op hun akkerbouwbedrijf zijn aangelegd. Boki Luske van het Louis Bolk Instituut ging in op het belang van de randen voor bijen en het effect ervan op plaaginsecten. Uiteraard werden daarna de randen van dichtbij bekeken.  Zie hier foto’s.

Veel soorten randen op Elswerd
De bijeenkomst is in het kader van een project van de provincie Groningen. Deze heeft een budget beschikbaar gesteld om de omgeving aantrekkelijker te maken voor bijen. Daarvoor zijn er dit voorjaar bij onder andere een twaalftal leden van Wierde & Dijk akkerranden of overhoekjes ingezaaid met bloemen zodat het voedselaanbod voor bijen en andere insecten in het agrarisch gebied vergroot wordt.
Op Elswerd, de boerderij van Jurtko en Joke, liggen diverse soorten bloeiende akkerranden. Het zaad dat ter beschikking is gesteld door de provincie had afgelopen voorjaar moeite met aanslaan. Dit kwam door de weersomstandigheden (slemp en geen mogelijkheid voor een vals zaaibed), vogelvraat en de grote hoeveelheid slakken. De Phacealia en boekweit ervan staan nu wel volop te bloeien. Naast voedselbron voor bijen hebben de bloemenranden op Elswerd ook een functie als biotoop voor de natuurlijke vijanden die plaaginsecten als luizen kunnen bestrijden. De bloei van éénjarigen komt voor het huisvesten en de voedselvoorziening van de natuurlijke vijanden van luizen eigenlijk te laat in bloei: de eerste luizenvlucht is dan vaak al geweest. Luizen zijn schadelijk voor de pootaardappelteelt, want zij zijn overbrengers van ongewenste virusziekten. Beter is het dus eerder ingezaaide of meerjarige bloeiende akkerranden te hebben; dan zijn er al eerder in het voorjaar bloemen die bloeien. Ook proberen Jurtko en Joke uit welke beheermethoden van de randen het meest simpel en/of effectief zijn. Zo is er in de zaaislag langs de rand van het wintertarweperceel afgelopen najaar een bloemenmengsel meegezaaid van o.a. korenbloem, klaproos, haver, wilde peen en bolderik. Kamille komt vanzelf als er geen onkruidbestrijding wordt toegepast. De langs dit perceel staande esdoorns hebben dit jaar voor het eerst geen last van insectenvraat en ook in het perceel zelf is geen insectenschade. Naar verwacht zullen de fijne zaden van de ‘onkruiden’ geen problemen opleveren bij de tarweoogst.
Rond een perceel waar aardappelen met behulp van eigen compost worden geteeld staan diverse randen; één ervan is begraasd door schapen in de winter een ander is laat in het seizoen gemaaid. Verschillende bloemen komen in de twee randen in meerdere of mindere mate voor. Elders op het bedrijf worden de meerjarige bloemenranden ook met schapen beweid in de winter. Of ze worden gefaseerd gemaaid ook al om lastige planten als zuring tegen te gaan. De in de randen voorkomende distels worden met de hand verwijderd.

Voedsel
Boki Luske van het Louis Bolk onderzoeksinstituut zet de plaats van de bij in het ecosysteem nog eens op een rij tijdens deze bijeenkomst.
Veel insecten leven weer van andere insecten; bijen en hommels zijn echter 100% ‘vegetarisch’. Dit geeft aan hoe belangrijk het is dat er voldoende bloeiende planten zijn die zorgen voor eiwit (stuifmeel) en energie (nectar). Hommels en bijen vullen elkaar aan als het gaat om tijdstip waarop en temperatuur waarbij zij vliegen = bestuiven. Naast de gekweekte honigbij komt naar voren hoe belangrijk ook de rol van de wilde solitaire bijen is. Juist voor die laatste en de hommels kun je als boer/tuinbezitter veel doen om de leefomstandigheden gunstig te maken. Een ‘bijenvriendelijke boerderij’ kun je realiseren door:
·    veel variatie in drachtplanten; naast bloemen ook veel soorten -vaak vroeg bloeiende- bomen en struiken
·    beschutting/luwte, want insecten houden niet van wind
·    strooisellagen voor nestmateriaal
·    oude bomen laten staan of bijenhotels ophangen voor nestgelegenheid
·    niet ploegen zodat in de bodem nestelende insecten overleven
·    en natuurlijk geen gebruik maken van insecticiden en vooral niet de systemische middelen als neonicotinoïden die in de plant worden opgenomen

Kijk hier voor de presentatie van Boki Luske.
N.B. Net die morgen is bekendgemaakt dat Nederlandse onderzoeksgegevens wetenschappelijk hebben aangetoond dat de vogelstand de afgelopen tien jaar zo’n 30% is afgenomen in gebieden waar het insecticide imidacloprid in het oppervlaktewater wordt aangetroffen. De vogels hebben daar in de broedperiode te weinig voedsel omdat er te weinig insecten zijn.